Ik: “hoe vaak heeft hij spit?” moeder: “Oh nee. zo vaak.” Ik: “nu weet ik nog altijd niet.” *grijnst* moeder: “voortdurend.”, Ik: “kan je rekenen goed meer?” moeder: “zelfs vaker.”
overtreffende trap
Ik: “hoe vaak heeft hij spit?” moeder: “Oh nee. zo vaak.” Ik: “nu weet ik nog altijd niet.” *grijnst* moeder: “voortdurend.”, Ik: “kan je rekenen goed meer?” moeder: “zelfs vaker.”
Be First to Comment